Consensus versus draagvlak: wat je team echt nodig heeft
- Gerdine Kruizinga
- 2 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen
We doen het graag, in polderland Nederland: eindeloos overleggen tot iedereen het ongeveer eens is. Maar is dat nou draagvlak? Of alleen maar consensus om de lieve vrede? In deze blog neem ik je mee in het verschil tussen die twee. En ik geef je tips om in je sessies ruimte te maken voor echte betrokkenheid.

Het is helemaal niet gek dat we zo van consensus houden. Daar hoef je geen Nederlander voor te zijn, iedereen vindt het fijn om het met de mensen om zich heen eens te zijn. Consensus voelt veilig. Het geeft rust, en zeker als je er de tijd voor hebt genomen, een gevoel van prestatie.
Het risico van te veel eensgezindheid
Stel, je bent facilitator en in de groep die je begeleid doet iemand een voorstel. Als iedereen opvallend snel ja zegt, is het verleidelijk om te denken: mooi, we zijn eruit. Dat is het moment dat je moet oppassen. Want snelle eensgezindheid kan net zo goed een signaal zijn van conflictvermijding. Voor je het weet zit je met een besluit waar officieel iedereen achter staat, maar in de praktijk niemand energie van krijgt.
Als iedereen hetzelfde standpunt heeft, betekent dat nog niet dat dat het juíste standpunt is. In de psychologie noemen ze dit groupthink: iedereen stemt in, niet omdat ze het helemaal eens zijn, maar omdat afwijkende meningen uitblijven. Geen probleem als je samen beslist waar het etentje van dat jaar plaatsvindt, onwenselijk als je met je team wezenlijke besluiten neemt.
Daarom is het creëren van draagvlak binnen teams veel belangrijker dan consensus. In het kort: consensus betekent dat iedereen het eens is, draagvlak betekent dat genoeg mensen bereid zijn om mee te doen, ook als ze het niet allemaal precies zo zouden doen.
Stevige schouders
Letterlijk is een draagvlak het oppervlak dat iets ondersteunt. Een stevige vloer, een fundering, iets waar gewicht op rust. En net als bij een bouwwerk hoeft zo’n vlak niet overal even dik of strak te zijn. Een kleine afwijking maakt nog niet dat het hele gebouw omvalt.

Zo werkt het ook in teams: draagvlak creëren betekent niet dat iedereen exact hetzelfde moet vinden. Het betekent dat genoeg mensen zich achter een besluit scharen om het werkbaar te maken. Met ruimte voor nuance, twijfel en gemopper. Geen eenstemmigheid, maar genoeg stevige schouders om iets samen te tillen, ook als niet iedereen de route precies zo gekozen zou hebben.
Van weerstand naar meebewegen
Complete consensus heb je dus eigenlijk niet nodig. Maar dat is nog niet het mooiste: juist in gesprekken waar het schuurt, zit de kans om om het draagvlak in teams zo groot mogelijk te maken. Weerstand is namelijk niet per se het tegenovergestelde van meebewegen, maar een signaal. En op een signaal kun je inspringen.
Mensen houden van het bekende en verandering roept onzekerheid op. Geef ik ruimte aan twijfel, dan verandert de sfeer. Dan ontstaat er beweging, niet ondanks de weerstand, maar dankzij. Negeer je dat gevoel, dan blijft er onder de oppervlakte onvrede hangen. Maar ruimte voor vragen, kritiek en twijfels vergroot de betrokkenheid.

Verbinding, verbetering en eerlijkheid
Ook een mooie bijkomstigheid: als je als facilitator echt ruimte maakt voor die kritische noten, creëer je geen chaos maar juist verbinding. Mensen gaan elkaar begrijpen, en zijn bereid delen van elkaar over te nemen. Zo maken de verschillende perspectieven het idee beter. En een beter idee krijgt meer draagvlak. En dan hebben we nog het eerlijke procesgevoel. Als mensen het proces eerlijk vinden, zijn ze sneller bereid om mee te gaan, zelfs als ze niet volledig instemmen.
Aan de slag: draagvlak creëren in teams met praktische werkvormen
Draagvlak ontstaat niet vanzelf, je moet het organiseren. Gelukkig zijn er werkvormen die daarvoor zorgen: om ruimte te geven aan twijfels, verschillen zichtbaar te maken, en mensen actief te betrekken bij het besluit. Denk aan manieren om keuzemogelijkheden te verkennen zonder meteen te stemmen, of technieken waarmee je gezamenlijk criteria opstelt.
In eerdere blogs deel ik hier voorbeelden van. Denk aan manieren om ook met een klein clubje gedragen besluiten te nemen. 1, 2, 4, allemaal is een werkvorm om stapsgewijs tot een gezamelijk beeld te komen. Ook evalueren met een opstelling kan veel losmaken: het maakt rollen, dynamiek en draagvlak letterlijk zichtbaar. En loopt het gesprek vast? In deze blog laat ik zien hoe je het weer in beweging krijgt.






Opmerkingen